SV | En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en [dat] Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid. |
WLC | וִידַעְתֶּ֗ם כִּ֣י בְקֶ֤רֶב יִשְׂרָאֵל֙ אָ֔נִי וַאֲנִ֛י יְהוָ֥ה אֱלֹהֵיכֶ֖ם וְאֵ֣ין עֹ֑וד וְלֹא־יֵבֹ֥שׁוּ עַמִּ֖י לְעֹולָֽם׃ ס |
Trans. | wîḏa‘ətem kî ḇəqereḇ yiśərā’ēl ’ānî wa’ănî JHWH ’ĕlōhêḵem wə’ên ‘wōḏ wəlō’-yēḇōšû ‘ammî lə‘wōlām: |
En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en [dat] Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en [dat] Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!